Passende woning

Wonen

Harlingen is in trek: mensen willen wonen in een overzichtelijke stad op relatief korte afstand van de economische centra, met frisse lucht en ruimte. En er is een woningtekort. Dus vinden wij dat de Provincie meer dan tot nog toe aan maatwerk moet doen als het gaat om bouwen. Harlingen is één van de aangewezen stedelijke centra in Friesland. Dat betekent ook wat voor de woningbouwmogelijkheden. En we hebben de locaties ervoor: het Spaansenterrein, het gebied rond het MCL, het artikel 11 gebied (terrein oostelijk van Ludinga). We willen niet naar alle kanten ongecontroleerd uitbreiden, maar wel de kansen benutten om te komen tot een verder gedifferentieerd woonaanbod.

Het aantal senioren neemt snel toe. Senioren willen steeds vaker langer zelfstandig blijven wonen, wat ook een wens is van de overheid. De kwaliteit en kwantiteit van de woningvoor­raad moet daar wel op aansluiten. Het aantal woningen dat voor ouderen geschikt en betaalbaar is moet inspelen op de groeiende vraag. Lokale voorzieningen moeten voor ouderen bereikbaar en beschikbaar zijn.


Wat stellen we voor:

  • Ontwikkeling van het Spaansenterrein, herinrichting van het MCL terrein.
  • We willen een nieuwe notitie hoogbouw. Te zeer verloopt de discussie langs de formele lijn van ‘hoe hoog mogen we bouwen’. De VVD Harlingen wil uiteraard de binnenstad beschermen, en ook geen grote flatgebouwen neerzetten. Maar we kunnen wél het gesprek aangaan waar het stedenbouwkundig verantwoord is om iets meer de hoogte in te gaan, en waar we dat absoluut niet moeten doen. 
  • Gebiedsontwikkeling kan complex zijn en het kan zijn dat dit wordt versterkt door de complexiteit van de toegenomen ruimte-claims en differentiatie en stapeling van eisen vanuit gemeenten. De mogelijkheden voor gemeenten en marktpartijen om 'voorinvesteringen' te doen zijn beperkt en mogelijk leggen zij de risico's liever bij elkaar neer. In bepaalde situaties helpt het echter als de gemeente een actievere rol pakt en gronden ontwikkelt. Waar gewenst bepleiten wij dus een actiever grondbeleid dan het huidige.
  • We bouwen in alle segmenten, waarbij met name het middensegment een impuls krijgt. Naast woningen voor starters bouwen we ook om doorstroming te stimuleren en verhuisketens in gang te zetten. Zo kunnen zoveel mogelijk huishoudens hun woonwensen realiseren en voorkomen we dat we nu te veel kleine, in de toekomst niet-courante, woningen bouwen. Doorstroming vanuit de sociale huursector naar het middensegment creëert ook in de bestaande woningvoorraad meer ruimte.
  • Studenten en starters komen daar dan sneller aan de beurt. De reguliere verkoop van sociale huurwoningen geeft huurders de kans om door te stromen naar het koopsegment en zorgt in combinatie met nieuwbouw van sociale huurwoningen voor verversing van het corporatiebezit. Door woningen voor ouderen te bouwen, verleiden we hen om hun eengezinswoning te verlaten en komen deze woningen vrij voor gezinnen.
  • Speciale aandacht om te komen tot meer starterswoningen. We willen mensen verleiden om in de regio te gaan werken, dan moeten er ook starterswoningen bij komen. Zoek daar locaties voor.
  • De woningcorporatie richt zich de komende jaren primair op de bouw en exploitatie van sociale (gereguleerde) huurwoningen. De middel dure huurwoningen die de woningcorporatie bouwt zijn altijd aanvullend op haar sociale bezit en commercieel gefinancierd. Beleggers en ontwikkelaars zijn primair verantwoordelijk en aan te spreken op het bouwen van woningen in het middensegment en de vrije sector. 
  • Nieuwe bouwlocaties worden zoveel mogelijk toegankelijk voor alle doelgroepen en inkomensgroepen. Het bouwprogramma is daarom gemengd samengesteld met daarin sociale huur en koop, woningen in het middensegment en woningen in de vrije sector, afgestemd op de harlinger behoefte.
  • Betaalbare woningen. De eigen woning mag geen melkkoe worden door hoge belastingen. Huren moeten omlaag door meer aanbod, en de overheid stimuleert doorstroming in de sociale huur.
  • De gemeente moet waar mogelijk faciliteren dat er meerdere personen in 1 huis kunnen wonen. Hiervoor is o.a. (Landelijke) bijstelling van de kostendelersnorm in de bijstand nodig.
  • De gemeente moet oog hebben voor het faciliteren van andere woonvormen, zoals wonen op het water.
  • Aanpakken van overlast bij huisvesting van arbeidsmigranten. We willen dat verhuurders verantwoordelijk zijn om overlast bij de huisvesting van arbeidsmigranten tegen te gaan. De gemeente en de Inspectie SZW moet daar extra op handhaven. Daarnaast komen er wettelijke eisen aan de kwaliteit van huisvesting voor arbeidsmigranten en aan de voorwaarden waaronder de werkgever dit zelf mag organiseren, in plaats van de bestaande convenanten. De gemeente zal daar op moeten gaan handhaven.
  • Er moet een gericht woonbeleid komen voor expats en arbeidsmigranten. Dit voorkomt dat er verdringing plaatsvindt op de woningmarkt en dat problemen zich verplaatsen naar de buurgemeenten. Daarom zal dit samen met de Waadhoeke verder ontwikkeld moeten worden. We kunnen hierbij ook tijdelijke huisvesting inzetten, die is vrijgesteld van de verhuurderheffing. 

Groen

Wat stellen we voor: 

  • Bij herinrichtings- en nieuwbouwplannen worden zaken als beplantingssysteem, wortelgroeicapaciteit en regenwaterbeheer integraal meegenomen.
  • Om tegemoet te komen aan lokale en individuele behoeften aan groen, is het nodig om samenwerkingsafspraken te maken tussen burgers, bedrijfsleven en de gemeente.
  • Verstening wordt waar mogelijk ontmoedigd. 
  • Snipperstukjes grond waar vooralsnog geen bestemming voor is kunnen een tijdelijk groene inrichting krijgen. Dat ziet er aantrekkelijker uit en dan heeft het in de tussentijd toch een ‘zinvolle herbestemming’, waar mensen, planten en dieren plezier van hebben.
  • De gemeente gaat onderzoeken of er weer behoefte is aan meer ‘volkstuinen’.